Wat is een polymeer?

Een polymeer is een lange keten van moleculen die met elkaar verbonden zijn. Het woord "polymeer" komt van de Griekse woorden "poly" dat "veel" betekent en "meros" dat "delen" betekent. Een polymeer is dus letterlijk vele delen bij elkaar. Er zijn twee soorten polymeren: thermoplasten en thermoharders.

Thermoplasten

Thermoplasten zijn smeltbare polymeren, ze kunnen in een vorm gegoten worden door middel van spuitgieten. Deze polymeren bestaan meestal uit onvertakte of lichtvertakte ketens, bestaande uit één of meer soorten monomeren. PVC, ABS kunststof, polyethyleen en polystyreen zijn voorbeelden van thermoplasten (zie belangrijke thermoplasten). Thermoplasten worden vaak in de juiste vorm gebracht door ze te smelten en in te spuiten in een mal. De molecuulketens kunnen langs elkaar schuiven als de vanderwaalskracht tussen de moleculen overwonnen wordt.

Thermopharders

In thermoharders zijn de molecuulketens onderling verbonden. Er wordt dan een crosslinker toegevoegd. De polymeren hebben hierdoor de vorm van een netwerkpolymeer en zullen vaak ontleden voordat ze smelten. Dit maakt het productieproces voor thermoharders ingewikkelder dan voor thermoplasten. Thermoharders zullen bijvoorbeeld als twee componenten in een mal gebracht moeten worden, waar ze reageren tot het uiteindelijke polymeer. Door de onderlinge verbinding van de ketens vormt het polymeer bijna één groot molecuul. Voorbeelden van thermoharders zijn bakeliet, polyurethaanhars, polyester en epoxy.

Elastomeren

Elastomeren zijn een soort polymeren die kunnen worden uitgerekt en daarna weer hun oorspronkelijke vorm aannemen. Zij worden vaak gebruikt in producten zoals banden, elastiekjes en schoenzolen. Een elastomeer bevat weinig crosslinker. Er is wat beweging tussen de moleculen mogelijk, maar als de uitwendige kracht wegvalt nemen de moleculen hun oorspronkelijke vorm aan. De moleculen zijn elastisch. Synthetische rubber en natuurrubber zijn voorbeelden van elastomeren.